TERUG
IN DE TIJD
DE HISTORIE IN
EEN notendop
Champagne kent een bijzondere geschiedenis van rommelende monniken, ontploffende flessen, veldslagen en feesten in paleizen. Hier de historie in een notendop.
Hoe een bij toeval ontdekte drank uit kon groeien tot hét felbegeerde goud waarmee wereldwijd bijzondere momenten worden gevierd. We dompelen ons onder in de rijke geschiedenis van champagne.

De droom van
de monnik
We reizen terug naar 1668. De Benedictijner monnik Dom Pierre Pérignon werd keldermeester van de abdij Saint-Pierre d'Hautvillers bij Reims. Hij had een droom: hij wilde de beste wijnen ter wereld maken. Hij slaagde erin om de gisting op de fles controle te krijgen. Daarvoor was dat niet gelukt, want de flessen ontploften steeds. Deze monnik wist de druk te verlagen, gebruikte voor het eerst een kurk en maakte deze vast met ijzerdraad. Ook importeerde hij flessen met dikker glas uit Engeland. Zijn techniek, de méthode traditionelle, wordt nog steeds gebruikt.
“KOM SNEL, IK PROEF DE STERREN!”
Internationale handel
Eigenlijk gaat de geschiedenis nog verder terug. De Romeinen hadden de Champagnestreek al ontdekt om druiven te verbouwen. De naam komt van het Latijnse Campania. In de 10e eeuw waren de wijnen uit de champagne trouwens al bekend en ontstond er een grote handel, door transport over de rivieren. Toen was het meestal een wijn zonder bubbels, meestal rood. Toen in de 12e eeuw betere wegen werden aangelegd, kwam de internationale handel echt tot bloei.
Gevaarlijke bezigheid
Eind 17e eeuw gingen de monniken dus champagne produceren op de manier die we nog steeds gebruiken. Toen heette het nog geen champagne, maar vin mousseux of vin de Pérignon. Pas in de 18e eeuw, toen het transport van flessen werd gelegaliseerd, ontstonden champagnehuizen, die niet alleen champagne maakten maar ook internationaal verhandelden. Toen was champagne maken nog een gevaarlijke bezigheid, door de wisselende kwaliteit van de flessen, en was een ijzeren gezichtsmasker verplicht.

NAPOLEON
In de 18e eeuw was champagne zeer exclusief en werd het alleen gedronken in de adellijke kringen en aan het Franse Hof. Napoleon nam champagne mee op zijn veldslagen en zo werd deze feestwijn in veel landen bekend. Toen sommige onderdelen van de zeer ambachtelijke productie werden geautomatiseerd, en de champagne iets betaalbaarder werd, kwam de internationale handel pas echt tot bloei. Toen opende het ene na het andere huis zijn deuren. Pas in de 1936 werd vastgelegd dat alleen mousserende wijn uit de Champagne deze naam mag dragen.
"ALWAYS CARRY CHAMPAGNE. IN VICTORY YOU DESERVE CHAMPAGNE. IN DEFEAT YOU NEED IT."