OPEN
DIE FLES!
BEWAREN?
pourquoi?
BEWAREN IS ZONDE
Af en toe duiken er flessen champagne op uit vervlogen tijden, zoals een Veuve Clicquot uit 1825. Maar dat is gelukkig een uitzondering, want champagne wordt vooral gemaakt om te drinken. Deze wijn der wijnen kun je namelijk niet oneindig bewaren. De precieze tijd hangt af van de kwaliteit van de druif, het formaat van de fles, de samenstelling, de kurk en de omstandigheden hoe hij wordt bewaard.

READY TO
drink!
Laten liggen is dus eigenlijk doodzonde. In principe kun je champagne meteen drinken. Hij heeft immers net zo lang in de kelder gelegen tot hij op dronk is, zoals dat heet. Drink hem het liefst binnen een jaar op. Vintage champagnes kun je wel wat langer laten liggen, maar liefst niet meer dan vier jaar. Prestige champagnes zijn gemaakt van de beste druiven en hebben langer gerijpt en kun je dus ook wat langer bewaren. Tien tot vijftien jaar.
COLD
& dark
Champagne houdt niet van licht, niet van temperatuurschommelingen, niet van trillingen en niet van tocht. Verder is het een heel gemakkelijke gast. Het liefst bewaar je champagne op een constante temperatuur tussen 10 en 12 graden in een donkere kelder met een luchtvochtigheid van 80. Maar als je geen kelder of klimaatkast hebt, zoek dan gewoon een donker, koel plekje op.

Lepeltje = fabeltje
Als je de champagne hebt geopend, kun je hem in de koelkast nog een dagje bewaren, maar wordt de bubbel wel minder. Met een vacuüm wijnstopper nog een dagje langer, maar hoe meer champagne uit de fles is, hoe eerder de bubbel verdwijnt. Een zilveren lepeltje in de hals steken? Dat is een fabel. Gewoon snel opdrinken, als je van een fijn bubbeltje houdt.